woensdag 25 januari 2012

Het Mensje

Er loopt bij ons een klein, zwakbegaafd vrouwtje door de wijk. Ze is midden veertig. Ongeveer anderhalve meter klein. Ze draagt een lichtbruine jas, zo'n gewatteerde, een wijde spijkerbroek en schoentjes met een harde zool zodat ik haar aan kan horen komen. De helft van de tijd sleept ze een geruit boodschappenkarretje of een klein, langharig en daardoor praktisch blind hondje achter zich aan. Soms draagt ze een oude plastic tas waarvan het logo is vervaagd op de plek waar ze hem vasthoudt. Ze heeft rossig, kortverknipt haar, een grauw, mannelijk gezicht met een naar voren staande onderkaak, alsof ze probeert met haar kin haar neus aan te raken. Ze praat in zichzelf en loopt een beetje voorovergebogen, met een bocheltje.

Ik kijk best vaak naar buiten. Wanneer ik nadenk of iets hoor waarvan ik wil weten wat of wie het is. En één op de drie keer loopt zij dan voorbij. Ik schat toch zeker zo'n dertig keer per dag. Van links naar rechts, van rechts naar links. Zonnig of regenachtig, maakt niet uit, ze trippelt langs ons raam. Er vlak langs, of iets meer aan de overkant. Haar hoofd beweegt continu, alsof ze reageert op elke beweging en elk geluid. 'Huh? Huh?' 'Oh...' 'Huh?

Ik begrijp niet zo goed dat er geen fijne dagbesteding wordt gezocht voor zo'n vrouwtje. Laat haar niet zo wezenloos ronddolen.
Alhoewel, misschien is het wel helemaal niet zo wezenloos en heeft ze een broer aan de ene kant van de wijk en een zus aan de andere kant die haar de hele dag bezighouden.
'Dini', zegt broer Ger, 'Ga jij eens even naar Coby om die vork op te halen.'
Dan vertrekt ze en is Ger weer even van d'r af, want niets is zo vervelend als Dini die je op de vingers kijkt terwijl je de afwas doet.
Ze loopt langs ons raam naar zus Coby en die zegt vervolgens: 'Hier heb je de vork. Kun jij voor mij even wat tuinaarde ophalen bij Ger?'
Dini loopt weer terug, komt langs ons raam, overhandigt de vork aan Ger en zegt: 'hpfphfphpfhfff tuinaarde pprrfff Coby hfff'.
Ger pakt de boodschappenkar en schept hem vol tuinaarde. Dini wordt weer op pad gestuurd, trippelt voorbij en Ger heeft weer even een half uurtje voor zichzelf.
Bij Coby aangekomen laat Dini de gevulde boodschappenkar zien. 'Goed zo Dini, wil je nu even een stukje wandelen met Shirley?'
Dini loopt naar buiten met de hond van Coby, komt weer voorbij en Coby kan in alle rust verder met een legpuzzel van bijvoorbeeld een woestijnlandschap.
De hond wordt na een half uurtje weer afgeleverd bij Coby waar de volgende opdracht voor Dini al wacht: 'Dini, Ger heeft gevraagd of jij deze fles slakkengif even kunt komen brengen.'
Ze hopen beiden dat Dini het een keer in haar hoofd haalt er een dopje van te proeven, maar tot nu toe is dat nog niet gebeurd. Eén keer heeft Coby zelfs koekjes gebakken met een kwaadaardig goedje erdoor en deze door Dini naar Ger laten brengen. Maar toen is ze er uit schuldgevoel toch achteraan gerend. 'Geef maar hier, breng alleen de tas maar.' En dat deed Dini.
Aan het eind van de dag brengt Ger alles altijd weer terug met de auto, want het is behoorlijk wat als je het bij elkaar optelt; bestek, tuinaarde, slakkengif, een platenspeler, vijftien kilo bedorven gehakt, een boek over Marianne Weber inclusief al haar cd's, stukken gipsplaat, een springkussen, wat potpourri, een zak dropveters, allerlei lege verpakkingen, een verzameling luiaards.
De volgende dag begint het opnieuw, want Dini houdt van structuur. Je zou zeggen: geef haar gewoon alleen die lege tas. Maar daar trapt ze helaas niet in.

Laatst had ik in een goeie bui een keer 'hallo' tegen haar gezegd in het voorbijgaan. Stond ze gelijk die zelfde avond aan de deur. 'Robin! Dat rare mens staat voor de deur!! Die ene! Aah, wil jij opendoen?'
Robin, dapper als ie is, deed open. Ik zette de tv op mute, zodat ik het gesprek in de gang kon volgen. Ik hoorde alleen Robin. 'Nee sorry, ik kan je niet helpen hiermee. Dag!'
Wat bleek nou, ze had een mobiele telefoon laten zien en in beeld stond een envelopje. Ze wist niet hoe ze het moest openen en had iets gemompeld van: 'Hmmofpjfpj, doet niet, mpppff, bericht, hellup....'

Maar nu zat ik te denken... misschien was dat allemaal wel een toneelstukje omdat ze een drugskoerier is! Had ze misschien iets té begaafd 'hallo' teruggezegd die ene middag.
Misschien had ze zich in het nauw gedreven gevoeld en besloten op haar allerzwakbegaafst aan te bellen met een lulverhaal om het winkelhaakje in haar dekmantel te herstellen. Jezus. We hadden wel dood kunnen zijn!
Wat als Robin haar had ontmaskerd! Dat haar centenbak even uit de plooi was gevallen, of dat haar mobiel was afgegaan en dat ze had opgenomen en op kauwgom kauwend had gezegd: 'Yo yo yo nigga!! Busy right now, see ya.' Dat ze Robin even uitdagend had aangekeken, zo met zo'n schuin hoofd, smakkend. En dat ze hem vervolgens hardhandig de gang in had geduwd met haar boodschappenkar waar ze met een soepele beweging een semi-automatisch wapen uit had getrokken. RATATATATATAAAA!
Mis. Hele kapstok aan gort. Ja, toch lastig met zo'n bochel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten