Ik vind sneeuw irritant.
Je kunt niet meer fietsen, glijdt uit op normale schoenen, alles gaat stuk, het is koud, maar het ergste...
je kunt geen hondenpoep meer zien liggen. Ik heb om die reden ook moeite met de herfst. Al die bladeren. Je ziet niet geen hol. Ok, sneeuw is íets minder erg in dit geval, want óf de sneeuw smelt op de verse, warme drol, óf de poep bevriest zodat het geen smurrie onder je schoen wordt. Hooguit een hard stukje dat je gemakkelijk uit het profiel van je schoen kunt verwijderen met een stokje. Mits je een stokje kunt vinden, onder al die sneeuw.
Ik heb denk ik een beetje een fobie voor hondenpoep. En ik heb een vaag vermoeden waar ie vandaan komt.
Ten eerste is er ooit iemand bij ons thuis geweest met poep onder z'n schoen. Hij had bij binnenkomst de hele woonkamer doorgelopen, in de keuken z'n handen gewassen en was vervolgens op de bank gaan zitten met zijn benen op tafel. (dat mag bij ons)
Na een tijdje: 'wat stinkt het hier, is dat die kat ofzo?'
'Nee. Hans ruikt anders.' (grappend:) 'Heb je soms in de poep getrapt?'
'Verrek! Ja!'
Iiiiieeeeuuuwwww! Paniek! Schoenen uit.
'Waar ligt het?'
Dweil. Vochtige doekjes.
'Wat zit daar op de drempel?'
Handschoenen aan. WC papiertje d'r bij.
'Is het niet gewoon een blaadje?'
Nee dus. Hele handschoen onder de stront. En de geur... Alsof die hond de avond ervoor keihard had gezopen en shoarma had gegeten.
Vervolgens heb ik de hele woonkamer gedweild. Wij hebben laminaat met houtnerfmotief en het was al donker, dus ik kon maar beter het zekere voor het onzekere nemen.
Ik heb daarna een maand lang niet met blote voeten door de woonkamer durven lopen.
Deze stront was 'herfstbladerstront'; stront onzichtbaar geworden door de gevallen blaadjes.
Maar ik heb ook nog een voorbeeld dat verder terug gaat, en dat was noch herfstbladerstront, noch sneeuwpoep.
Ik was tien. Ik had een nieuwe roze opoefiets en samen met twee vriendinnetjes fietste ik naar één van onze lievelingsbomen. Een naaldboom met laaghangende takken waarvan er één groot genoeg was om er met z'n drieën op te kunnen zitten. En dat deden we. De boom stond in een grasveld, vlakbij het station. We keken naar de treinen, aten een doosje Dummy's en waren tevreden.
Na een half uurtje vonden we het genoeg.
'Mag ik op jouw fiets?' vroeg mijn buurmeisje.
'Ja hoor. Wel voorzichtig doen!'
We fietsen op elkaars fietsen naar huis. We deden brommers na. Dan maakten we vaart en zetten we onze voeten op de middenstang.
We waren halverwege toen ik mijn fiets terug wilde.
Maar wat was dat? Stront op de stang, stront aan de trappers. Hele fiets onder de stront.
'Heb jij poep onder je schoenen?' vroeg ik aan mijn buurmeisje.
'Oh, ja, bah. Ah, maar dat kun je zo schoonmaken joh. Ik moet nu naar huis. Daag!'
Ik stond jankend op straat. Poep op mijn fiets. Wat nu? Het was hooguit driehonderd meter naar huis. Maar ik was in paniek! Ik sloeg een straat in en belde aan bij mijn tante.
Mijn tante was niet thuis en haar toentertijd nieuwe vriend deed open. Hij was heel druk met het leren van zijn tentamens.
'Er zit poep op min fiets!'
Die held heeft toen mijn fiets schoongemaakt, met wc papier, zonder zeuren terwijl ik driehonderd meter verderop woonde.
Toen ik thuis kwam huilde ik weer. Uit schaamte.
Deze week heeft onze poes Hans diarree. De vochtige doekjes zijn niet aan te slepen. Telkens als ze uit de kattenbak komt, loop ik achter haar aan en maak ik elk plekje waar haar anus is geweest schoon. Geen beginnen aan natuurlijk.
Nou, nu ga ik poepen. Dag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten